DE KWEEKSCHOOL VOOR DE ZEEVAART

De Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam werd in 1785 opgericht. Die oprichting was een initiatief van het Vaderlandsch Fonds ter Aanmoediging van ’s Lands Zeedienst. Dit Vaderlandsch Fonds zelf werd opgericht naar aanleiding van de Slag bij de Doggersbank op 5 augustus 1781. Deze tijdens de Vierde Engelse Oorlog uitgevochten zeeslag kende veel slachtoffers. Het Vaderlandsch Fonds nam op zich om de weduwen en wezen van gesneuvelde zeevarenden te ondersteunen. Maar daarnaast zag het als voorname doelstelling ‘het aankweeken van jonge zeelieden, en alles wat het nut van ’s Lands zeedienst in het algemeen bevorderen kan’. Vanuit deze doelstelling werd al snel besloten tot de oprichting van een opleidingsinstituut met internaat.
De Kweekschool voor de Zeevaart werd in het jaar 2000 gesloten. Hieronder volgt op hoofdlijnen de geschiedenis van de 215 jaar van haar bestaan.

Oprichting
Begin 1785 stelt het Amsterdamse stadsbestuur het sinds 1782 leegstaande stadswerkhuis – het zogenoemde ‘Willige Rasphuis’ – aan Buitenkant 31 beschikbaar. Vele andere instellingen en personen zeggen eveneens bijdragen toe, zowel in geld als in natura. Flinke verbouwingen zijn noodzakelijk, zo moet de hele voorgevel worden vernieuwd. Op 25 april wordt hiervoor de eerste steen gelegd. Guilelmus Titsingh, commissaris van het Vaderlandsch Fonds, schenkt een door stadsbeeldhouwer Ziesenis gemaakt beeld van ‘Kaatje’, dat jarenlang de gevel van de Kweekschool zal sieren. Op de binnenplaats wordt een oefenscheepje gebouwd, gefinancierd door de Admiraliteit en de Amsterdamse bankier Henry Hope.
Op 24 oktober 1785 vindt een eerste vergadering van de commissarissen in het nieuwe gebouw plaats; deze dag geldt als officiële stichtingsdag van de Kweekschool voor de Zeevaart. Op 21 november 1785 treden de eerste kwekelingen in de Kweekschool aan.

Vernietiging en herstel
Na inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk vaardigt Napoleon Bonaparte in januari 1811 een decreet uit waarbij de Kweekschool voor de Zeevaart wordt opgeheven. Op 27 februari wordt de Kweekschool gesloten, de kwekelingen worden ondergebracht bij de Marine en opgeëist voor Franse zeekrijgsdienst. Al snel echter na het aantreden van de latere koning Willem I wordt de school op 28 februari 1814 weer heropend.

kwekeling rond 1860

Nieuwbouw
In 1825 brengt een commissie rapport uit over de toestand van het Kweekschoolgebouw. De conclusies zijn somber: het gebouw verkeert in zeer slechte toestand en zou eigenlijk geheel door nieuwbouw moeten worden vervangen; de kosten daarvoor bedragen ten minste 75.000 gulden. De commissarissen nemen de conclusies niet over, zij besluiten slechts tot enig reparatie- en schilderwerk voor de somma van 1200 gulden. In 1866 worden de hangmatten in de slaapzaal vervangen door ijzeren ledikanten.
In 1873 komt de noodzaak van nieuwbouw opnieuw ter tafel, maar het duurt nog enige jaren voordat de financiering rond is en definitief tot nieuwbouw kan worden besloten. Architect W. Springer dient in 1877 een bouwplan in, waarop de commissarissen tot aanbesteding besluiten. Half oktober van dat jaar verhuizen de kwekelingen tijdelijk naar de leegstaande Hogere Burgerschool voor meisjes aan de Singel; dat gebouw wordt door het stadsbestuur voor 3000 gulden per jaar verhuurd.
Liefst 21 firma’s schrijven op de aanbesteding in; de bouw van de nieuwe school wordt uiteindelijk voor 188.000 gulden gegund. Onder grote belangstelling legt koning Willem III, beschermheer van de Kweekschool, op 4 mei 1878 de eerste steen, en op 5 augustus 1880 wordt het nieuwe gebouw met veel luister en in aanwezigheid van vele hoogwaardigheidsbekleders officieel geopend. Het gebouw heeft inmiddels ook een nieuw adres gekregen: Prins Hendrikkade 189.

Tussen de Wereldoorlogen
Uitbreidingsverbouwingen in 1913-1914 om tegemoet te kunnen komen aan de toenemende vraag naar stuurlieden, slaan in de jaren daarna flinke tekorten in de exploitatiebegroting van de Kweekschool. Het Vaderlandsch Fonds vraagt daarom een subsidie aan rijk, de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. Die subsidie wordt met ingang van 1918 verleend, en het Vaderlandsch Fonds moet daarmee aanvaarden dat de betrokken overheden een vinger in de pap van het bestuur van de Kweekschool krijgen.
In 1931 verzoekt de regering het Vaderlandsch Fonds om de Kweekschool open te stellen voor een opleiding tot verkeersvlieger, en reeds in september van dat jaar start de opleiding van zes aspirant-vliegers. Het animo voor deze vliegeropleiding zal snel groeien. In 1934 krijgt de Kweekschool een dependance in de buurt van Schiphol, in de vorm van een woonschip ter huisvesting van aspirant-vliegers tijdens hun praktische opleiding.
In 1935 wordt het 150-jarig bestaan van de Kweekschool voor de Zeevaart grootscheeps gevierd. Een van de hoogtepunten vormt het bezoek van koningin Wilhelmina, ‘Hoge Beschermvrouwe’ van de Kweekschool, aan de jubilerende Kweekschool. Het Polygoon Journaal besteedde aandacht aan de jubileumviering, het fragment treft u hier.

De Kweekschool tijdens de oorlogsjaren
Ook de Kweekschool voor de Zeevaart gaat vanaf 1940 gebukt onder de Duitse bezetting. Distributieproblemen en voedselschaarste doen de leiding in 1941 besluiten om geen leerlingen meer in het internaat op te nemen. Medio 1941 wordt de opleiding tot verkeersvlieger opgeheven.
In de loop van 1944 gaat de toestand op de Kweekschool snel verder achteruit. De voedseltoestand wordt heel slecht, warm eten wordt niet meer verstrekt. De telefoon wordt afgesneden, de wasserij ligt stil, gas en elektriciteit zijn er nauwelijks. In maart 1945 worden de kook- en verwarmingsketels door de bezetters weggehaald, de kolenvoorraad wordt gestolen, het botenhuis leeggeroofd. Vanaf mei 1945 worden weer lessen gegeven, maar pas in september 1946 wordt het internaat heropend.
Op 14 mei 1949 wordt op de binnenplaats van de Kweekschool een monument onthuld ter herdenking van tijdens de Tweede Wereldoorlog gevallen oud-kwekelingen.

Snelle veranderingen
Vanaf het midden van de jaren zestig doen zich snelle veranderingen voor. In 1966 doen ook aspirant-scheepswerktuigkundigen hun intrede in de Kweekschool voor de Zeevaart, in 1969 gevolgd door aspirant-radio-officieren. Ook wordt eind jaren zestig – eerst nog op proef – het intern plaatsen van vrouwelijke aspiranten mogelijk gemaakt: in 1968 doet na 183 jaar de eerste studente haar intrede in de Kweekschool.
In 1971 fuseert het onderwijsdeel van de Kweekschool met de Zeevaartschool van het Zeemanshuis tot Hogere Zeevaartschool Amsterdam. Het onderwijs wordt eerst nog in beide oorspronkelijke locaties voortgezet, maar vanaf 1977 in het gerenoveerde, door koningin Juliana geopende gebouw aan de Nieuwe Vaart. De functie van het Kweekschoolgebouw beperkt zich voortaan tot dat van internaat.

De laatste jaren
Vanaf 1983 wordt het Kweekschoolgebouw ingrijpend gerenoveerd en aangevuld met 76 wooneenheden. De ingebruikneming van de nieuwbouw valt in 1985 samen met de viering van het 200-jarig bestaan van de Kweekschool. Vanaf dat jaar wordt het internaat ondergebracht in de Stichting internaat ‘Kweekschool voor de Zeevaart’.
Nadat in 1992 het voorgebouw reeds werd verkocht moet het Vaderlandsch Fonds in 2000 besluiten om het gebouw van de Kweekschool te sluiten. Daarmee wordt na 215 jaar ook de internaatsfunctie van de Kweekschool voor de Zeevaart beëindigd.
In 2001 wordt het Kweekschoolgebouw tot Rijksmonument bestempeld, de beschrijving van het gebouw in het Monumentenregister vindt u hier.